maandag 6 april 2020

Gezinszorg

In de droom woon ik op een plek, waar eerder een winkel was. Het lijkt sterk op een pand in Amsterdam, waar een vriendin een tijdje gewoond heeft. Mensen zouden mij zo kunnen zien zitten, midden in die winkel. Maar ik heb de ramen bedekt met witte gordijnen. Overdag is het wel mooi, want er is veel glas, en er schijnt veel licht naar binnen. Het is wel mooi om je zo open te stellen, maar als het donker wordt, is het ook belangrijk om jezelf te beschermen, en een laag aan te brengen tussen jezelf en de mensen buiten. Vandaar die gordijnen. 

Ik ben net met een vriendin aan de telefoon, als er een vrouw in nagelwit werkkostuum mijn huis binnen komt lopen. Ze heeft zelf de sleutel. Ik schrik ervan. Het is toch een beetje alsof een ander de regie over je heeft, terwijl ze juist komt om jou te helpen, je huis schoon te maken. Ze ziet er eigenlijk heel vriendelijk uit, mooi fris uiterlijk, nog jong, goed verzorgd, maar ook kordaat. Ze ruikt lekker naar parfum. De vrouw heeft zeker het idee dat ik andere plannen had, want ze zegt resoluut: "Nee, ik zal u moeten vragen ook te helpen in het huishouden; dat zijn nu eenmaal de regels die ons van bovenaf opgelegd zijn." Het gaat hier om gespecialiseerde gezinszorg. 

Ik moet er wel een beetje om grinniken, want ten eerste wist ik helemaal niet dat ze zou komen, en ten tweede was ik sowieso helemaal niets van plan, dus ik vind eigenlijk alles wel prima, het gaat mij snel genoeg, het tempo mag ook wel wat trager. Het lijkt ook wel alsof de vrouw een toneelstukje opvoert, waar ze zelf ook om moet lachen. Het zou heel goed kunnen dat ik zelf die vrouw ben.

In een ander fragment ben ik met haar in het park, ergens in Amsterdam. We zijn er met de kinderen, zij zijn nog klein. Het doet mij uiteraard denken aan een herinnering van vroeger, met de gezinsverzorgster. Ik vind het prettig om de vrouw bij mij te hebben. Ik voel mij op zich goed, maar ook kwetsbaar en fragiel. 
De vrouw daarentegen, staat sterk in haar kracht. Dat voelt wel veilig. Ik fluister in haar oor, dat ik dit soort dingen normaal gesproken vaak genoeg doe, met de kinderen erop uit in de natuur, maar dat de postnatale depressie flink roet in het eten gooide. 

De vrouw begrijpt niet waar ik het over heb. Ze zegt dat ze dat helemaal niet wist. Dan word ik heel boos, omdat ik ontdek dat haar leidinggevende dit helemaal niet in mijn dossier had gezet. Dat vind ik echt een grove nalatigheid van de leidinggevende. Hier mis je de kern van de zaak, en zo weet de huishoudelijke hulp helemaal niet waarom ze bij mij komt. Ze staat een beetje verbluft naast me, en we moeten samen ook wel lachen om de situatie. Maar het blijft wel een enorme nalatigheid, dat de huishoudelijke hulp zich dus zodoende niet goed heeft kunnen inlezen. Ik denk ook nog aan de efficiency in de zorg. Het is erg raar om mensen op pad te sturen, terwijl ze helemaal niet weten wat ze kunnen verwachten bij de desbetreffende cliënt.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten