donderdag 19 september 2013

Kijkduin

Samen met mijn moeder ga ik naar Kijkduin.
Het is in de periode dat we vaak met Sheila gaan wandelen, in Kijkduin.
In die tijd gingen we soms wel drie keer per week.
In de droom is Sheila niet mee.
We parkeren de auto, en lopen naar de boulevard.
Het blijkt nu, dat de boulevard 'ondergesneeuwd' is met duinzand.
Alles is nu duin geworden:
de boulevard, het pleintje, de muziektent, de trap.
Het vuurtorentje steekt er nog net een beetje bovenuit.
Het hotel en de restaurants zijn niet 'ondergesneeuwd' en nog wel enigszins begaanbaar.
Mijn moeder kijkt bezorgd naar al dat zand.
Ze denkt bij zichzelf 'wat zal de natuur allemaal nog meer van plan zijn?'
Ze maakt zich zorgen om die plotselinge verandering.
Ik, daarentegen, maak mij in het geheel geen zorgen.
Ik spring in het zand, zoals ik ook in sneeuw zou springen.
Het opgestoven zand ziet er overigens prachtig uit:
glooiend, met mooie richels, mooi hard.
Dat komt omdat de zee 'overal gekomen is'.
Er is geen stukje zand, geen duin, waar de zee niet gekomen is.
En dus zijn er mooie glooiingen en richels achtergelaten in het zand.
In die zijn lijkt het 'zandlandschap' niet op een duinlandschap.
Het lijkt meer op een 'strand als heuvellandschap'.
Mijn moeder vindt het een bedreigend idee, dat de zee overal gekomen is.
Want: wat kan de zee nog meer van plan zijn dan?
Straks staat heel Den Haag onder water!
Ik maak mij ook hier totaal niet druk om.
Ik vind het juist prachtig dat de zee overal gekomen is.
Het feit dat de zee overal gekomen is, maakt voor mij dat het verhaal 'klopt'.
Ik aarzel even, en loop dan vanaf de trap zo dwars het zandlandschap in.
Nu blijkt het de boulevard van Hoek van Holland te zijn.
En het lijkt ook wel op de Waddenzee.
Ik loop 'zigzag' naar beneden, en het lijkt wel alsof ik aan 't skiën ben.
Aanvankelijk vond mijn moeder dit doodeng, maar nu is ze blij, opgelucht.
Ze vindt het fantastisch, en is heel trots op mij.
Zelf geniet ik er ook heel erg van, ben ik heel blij, ik voel het vanuit mijn buik.
Hier en daar zak ik tot mijn middel weg in het zand.
Mijn moeder zou dit anders heel eng hebben gevonden, maar ik ga gewoon mee met de flow.
Zelf vind ik het helemaal niet eng. Door de vaart die ik maak, schiet ik vanzelf wel weer los.
Ik zal nog wel vaker vast komen te zitten, maar dat geeft niet.
Ik ben immers in beweging, dus dan schiet ik vanzelf wel weer los.
Ik vind het fantastisch, vooral omdat ik nu richting zee ga.
De zee wacht op mij, en ziet er rustig en kalm uit.
Het is een tropische zee, met een prachtige blauwe lucht.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten