zondag 21 april 2019

Buitenland

Ik ben in het buitenland, in Azië, op bezoek bij mijn naamgenote. Ik zit met een aantal mensen in een te kleine kamer. De temperatuur buiten is warm en drukkend. Overal is het druk met mensen. Ik heb een lange reis gemaakt, en we zijn nu hier aangekomen. Ondanks de 'letterlijke druk' uit de omgeving voel ik mij vrij en ontspannen. Ik ben ook in de jungle geweest. Daar had ik de ruimte. Ik vertel erover. Iedereen luistert. Er is een ontspannen sfeer en het is vanzelfsprekend dat er naar mij geluisterd wordt, zonder dat ik mijn stem hoef te verheffen. Het gaat gewoon op een natuurlijke manier. Ik ben dat niet gewend. Het zijn vooral de Aziatische mensen, die naadloos meegaan in mijn verhaal. Het kan zijn dat ze net even met iets anders bezig zijn, bv koken, maar ze volgen alles, anticiperen erop, komen dan ook met hun verhaal, precies zoals ik graag wil en hoe ik graag met anderen wil omgaan. Het ontroert mij. Alles ontroert mij, zonder dat het mij onderuit haalt. Het ontroert mij ook, dat ik gewoon over mijn ontroering kan vertellen, zonder dat mensen raar kijken of het raar zouden vinden. Iedereen vindt dit heel gewoon. Dat is het vooral, en laat mij zo ontzettend opgelucht ademhalen: dat niemand dit raar vindt, of ervoor terugschrikt. Dat ik er geen extra energie in hoef te steken, gewoon kan zijn. Ik vertel over de ontroering die ik had, bij de ontmoeting met mijn naamgenote. Blijkbaar heb ik ook met haar gecorrespondeerd middels brieven, en heeft zij tevens een briefje voor mij achtergelaten bij aankomst in het appartement. De brievenwisseling bevat brieven met plaatjes en geschreven in mooi handschrift, precies wat bij mij past. Ook dat ontroert mij en iedereen begrijpt dat. Het blijkt dat ik hier op bezoek ben met haar vader. Hij zit midden in de kamer. Ik zeg dat ik verre familie van hem ben. Ik noem een aantal broers en zussen van hem op. Hij benoemt hen ook, en we gaan gelijk op. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten