dinsdag 23 april 2019

Londen

Het was in de vroege ochtend. In Hoek van Holland nam ik met Amber 'de trein naar Londen'. Dus: de trein overzee! We maakten een bocht (haarspeldbocht) en toen waren we al op de plaats van bestemming. Het ging veel sneller dan ik gedacht had. We zaten achterin de trein en het was een boemeltreintje, dus deze zou ook niet al te lang stoppen. We waren dus al gewoon op het hoofdstation van Londen gearriveerd. Zo zag het er helemaal niet uit, want het was hier heel rustig. Het was eigenlijk weer de luifel bij de tuin achter de sloot. Deze luifel liep langer door en ik was geconcentreerd op de duidelijke afscheiding tussen de schaduw van de luifel en het felle zonlicht. Dit felle zonlicht hoorde helemaal niet bij het tijdstip (5:30 uur). Ik merkte wel dat het geluk ons van alle kanten toelachte, en dat ze 'allemaal tegelijk bij ons wilden zijn'. Hiermee bedoel ik: zowel de vroege ochtend als de latere middag wilde bij ons zijn. Dat was wel grappig. We moesten er samen om lachen. Voor de rest konden we er niet zoveel mee. We deden ook maar wat.

We zaten achterin de trein. Het was een ouderwetse, rode trein. In gedachten zag ik de rode dubbeldekkers dwars door Londen sjezen. Ik had ontzettend veel zin om Londen te verkennen en riep uit in de coupĂ©: "Ja, leuk........ik ben immers nog nooit in Londen geweest!" In gedachten zei ik tegen mezelf  'maar je houdt toch helemaal niet van die grote druktes!?' Toch kon dat de pret niet deren. Ik keek ernaar zoals kinderen naar iets kijken wat ze nog nooit eerder hebben meegemaakt. En ik gaf mij er helemaal aan over (dus met hart en ziel).

Na het opstaan moesten we even langs kleine nauwe doorgang met een andere passagier, maar die persoon gaf ons alle ruimte, we waren er doorheen voordat we er erg in hadden. Ik ging alvast gauw naar de deur, en liet Amber achter. Zij droeg een enorme rugzak met - eigenlijk teveel - bagage. Maar ja, dat was ook wel logisch, want zij ging een wereldreis maken en ik kwam alleen voor een tripje Londen. Ik vond het wel vervelend om Amber achter te laten, maar het was maar voor eventjes. We hadden geen keuze, ik moest snel bij de deur zijn, stel dat de trein te vroeg verder zou rijden, dan kon ik nog snel even tegen de conducteur zeggen dat Amber er ook nog uit moest.

Ik keek verwachtingsvol schuin uit het raam. We waren al op het (tijdelijk donkere) station en ik keek terug, naar de rails waar wij net op gereden hadden. Er was een prachtig licht besneeuwd winters landschap dat rustig aan het ontwaken was. Er scheen een mager winterzonnetje overheen, het was prachtig magisch. Nu was er niet alleen een ontmoeting van verschillende tijdstippen, maar ook van verschillende seizoenen!! Het leek wel een film, ik voelde mij Julia Roberts. Ik keek nog eens goed. Er verscheen een 'V' teken van sneeuw. Ik interpreteerde het als een combinatie van 'vredesteken' en 'vinkje', zoals dat genoteerd wordt als zaken afgehandeld zijn. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten