maandag 6 mei 2019

Woning

Mijn ouders hadden een nieuwe woning gekocht, ergens midden in Amsterdam. Het was ook wel het appartement van mijn tante in Nijmegen. We moesten even zoeken, en uiteindelijk konden we het goed vinden. Midden tussen de authentieke grachtenpanden rees een groot, schoon, nieuw appartementencomplex, torenhoog. We namen de lift naar boven.

Toen we binnenkwamen, leek het op het huisje van Anita, in Engelbert. Het was heel gezellig ingericht, en de lucht was ontzettend ijl en zuiver. Overal zuiverend water. Dat was in feite niet nodig, omdat alles duidelijk en helder was. Maar mocht er zich toch nog iets voordoen, dan kon je dat water drinken. Er stonden glazen, maar er was ook een klein reservoir. Het water blonk als zilver in de zon.

We keken uit alle ramen naar buiten. Het was een prachtig uitzicht. Als je ging zitten, ging het appartement automatisch draaien, zodat je steeds een ander uitzicht had. Het was in de vorm van een vierkant. Zoals een hijskraan met een vaste kern, waarvan het bovenstuk vier verschillende kanten op draait. Maar het kon ook zijn dat het appartement verder niet bewoog, maar dat er steeds vier verschillende uitzichten voorbij kwamen. Ik vond dat eerst wel fascinerend, maar het gaf ook onrust.

Ik vroeg aan mijn ouders of zij er ook last van hadden. Ze keken mij verbaasd aan. Waar zouden ze dan last van hebben? Ik beschreef het bovenstaande. Ze wisten niet waar ik het over had, hoezeer ik het ook toelichtte. Zij konden het daadwerkelijk niet zien, niet ervaren. Zodoende hadden ze er dus ook geen last van. Ik kon het mij niet voorstellen, dat je dat niet kon zien. Maar het was toch echt waar. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten