donderdag 9 mei 2019

Zeeland

Ik ben met het gezin van komaf in Zeeland op vakantie. Ik moet elke keer mijn best doen om op mezelf te kunnen zijn. Elke keer lukt dat niet. Ik word er gek van. Ik zeg er steeds niks van. Ik weet wel dat ik mijn grenzen moet aangeven, maar het lukt gewoon niet. Hierdoor loop ik steeds weg van situaties, in de hoop ergens anders rust te vinden. Maar dan kom ik weer in een nieuwe onrustige situatie. Het is ook steeds opnieuw een situatie waarin anderen mij nodig hebben. Ik wil dat gewoon even niet. Ik wil gewoon even 'zijn', en niet continu 'nodig zijn'.

Mijn moeder rijdt resoluut van het grint van het ouderlijk huis weg, richting dorp. Ze rijdt in een grote witte station-wagen. Deze is net heel schoongemaakt. Het witte lak blinkt in de zon. Ik vind de auto onooglijk lelijk en veel te groot. Ik ben als een plank tegen de achterklep gedrukt en kan er elk moment uit vallen. Ik bevind mij hier samen met een kleiner persoon. Ik gil en gil dat ik eruit moet, dat dit gevaarlijk is, ik ben voor de helft in de auto en voor de helft op straat, de auto rijdt laag bij de grond. Maar mijn moeder hoort mij niet, de motor ronkt. Ik weet mij toch uit de situatie te bevrijden, voel mij erg boos, maar durf dit niet te zeggen.

In ben in winkelcentrum de Bogaert, winkelen met collega's, terwijl ik dat eigenlijk niet wil. Er staat een laddertje ter decoratie in een winkel. Ik klim in het laddertje, ook al is het wankel. Het lukt toch. Zo kan ik alles van een afstandje bekijken. Bovenin het laddertje bevindt zich een 'nephaan'. Ik heb op een hogere etage van V&D een pop gekocht. Deze is helemaal niet stevig. De benen zijn al uit de kom. Ik ga de pop straks ruilen.

Ik ben dus ook op vakantie, mijn moeder is aan het pakken, het huisje is overvol, ik wil hier weg maar ik mag niet weg, ik moet helpen met pakken, anders krijg ik het predicaat dat ik 'altijd op de vlucht ben' (wat ook zo is). Ik wil nog even naar de zee, maar het blijkt allang donker geworden te zijn, ik had het niet in de gaten. Ik loop wel langs de zee, maar het is aardedonker. Er lopen nog meer mensen. Er staan stenen van ruines. Ik bedacht met dat ik nog wel even naar het zwembad had gewild. Deze is in het vakantiehuis. Het is nu heel warm. Allemaal gemiste kansen. Steeds niet de mogelijkheid om goed voor mezelf te zorgen, te doen wat ik echt wil.

We vertrekken zo meteen, dus kan ik het ook niet inhalen.....onbevredigd gevoel. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten