zaterdag 7 maart 2020

Eiland

Ik verblijf op een eiland, zoals in Wellness Beemster. Ik ben daar helemaal alleen, en heb hiermee 'de drukte van de stad Assen' ontvlucht, zo zegt het verhaal. 

Ik wil vooral even lekker op mezelf zijn, en ben diep in gedachten. Ben bezig met het verzinnen van ideetjes voor het schrijven. 

Als ik omkijk, blijkt dat ik begluurd word. Ik schrik mij dood; ik dacht dat hier niemand was! Ik ben woedend op degene die mij begluurt, maar realiseer mij tegelijkertijd dat het niet handig is om die woede te laten blijken. Want dan zou het weleens gevaarlijk kunnen worden, aangezien hier verder niemand is. Deze woede zet zich op hetzelfde moment om in een andere kracht, te vergelijken met de kracht van de laatste pers, met de geboorte van Amber. 

Zoals het sprongetje op de getallenlijn, met rekenen: zo 'floep' ik van het eiland heel ver ergens de zee in, waar ik veilig ben voor de begluurder. Ik ben nu uit de gevarenzone. Het is alleen nu wel de vraag hoe het verder moet. Waar moet ik naartoe zwemmen? Het water is koud. Krijg ik het straks niet te koud? Die vragen zullen spoedig opgelost worden. Veiligheid is nu even het belangrijkste.

Het valt mij op dat het zeewater heel schoon, helder, fris is....het is alsof je de frisheid zelfs kunt ruiken. Ik word hier heel blij van. Het geeft mij veel vertrouwen.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten